De Relativiteitsleer 
Hiermee legt hij ons uit dat ruimte en tijd niet onafhankelijk van elkaar bestaan, maar met elkaar vervlochten zijn. Om dit te begrijpen moeten we even afscheid nemen van de manier waarop we de dagelijkse zaken om ons heen zien en ervaren.
Voor de goede orde moeten we de uitspraak dat tijd niet bestaat een beetje nuanceren. De theorie zegt ons dat ons begrip van tijd relatief is en er van afhangt hoe we naar zaken kijken. Einstein bekijkt tijd niet, zoals wij intuïtief allemaal doen, als een vast voortschrijdend fenomeen waarbij al de gebeurtenissen keurig op rij plaatsvinden. Tijd, de pijl met een begin vanuit een duister voor ons onbekende oorsprong naar een toekomst die wij zouden willen kennen maar voor ons ongrijpbaar is. Die tijd bestaat niet.
Einstein leert ons dat de ruimte om ons heen en de tijd waarin wij leven in elkaar vervlochten zijn. Dat die één zijn. Die eenheid noemt hij de vier dimensionele ruimtetijd.

Tijd is relatief en is afhankelijk van de snelheid en positie van de waarnemer in de ruimte. Die snelheid wordt gerelateerd aan de snelheid van het licht. Dit alles betekent dat het tikken van je klok (=tijd) sneller of trager gaat afhankelijk van jouw snelheid. Simpel gezegd, wanneer je sneller beweegt, tikt je klok trager en word je minder snel oud! De astronaut in het ruimteschip dat de lichtsnelheid benadert (Is voorlopig niet mogelijk) wordt minder snel oud dan zijn gezin dat op aarde achterbleef. Diezelfde effecten gelden overigens ook voor materie in de buurt van een zwaar object zoals een planeet of een ster. Hoe dichter bij materie (aantrekking) hoe trager de klok tikt.