Relatie en Relativiteit
Voordat we Einsteins relativiteitstheorie induiken, is het goed om eerst te begrijpen wat ‘relatief’ en ‘relativiteit’ eigenlijk betekenen. Zoals we later zullen zien, is vrijwel alles in onze werkelijkheid relatief. Google vertelt ons dat ‘relatief’ betekent dat iets moet worden gezien in relatie tot iets anders. Dat klopt, maar slechts ten dele. Je kunt zaken ook relatief waarderen doordat je ze vanuit een ander perspectief bekijkt. Daarom maken we hier onderscheid tussen twee soorten relativiteit: vergelijkende relativiteit en perspectieve relativiteit.
Vergelijkende relativiteit
Vergelijkende relativiteit heeft betrekking op het meten of beoordelen van iets in verhouding tot iets anders. Dit geldt bijvoorbeeld voor afstanden, tijdsduren, maar ook voor emoties zoals blijdschap of verdriet. Een begrip wordt pas zinvol binnen een relatieve context. Wanneer we zeggen dat benzine in Nederland duurder is dan in België, maken we een vergelijking tussen de brandstofprijzen in beide landen. Zonder referentiepunt zou de prijs op zichzelf weinig betekenis hebben.
Perspectieve relativiteit
Perspectieve relativiteit draait om het beoordelen van iets binnen een bredere context of norm. Het gaat hier minder om directe vergelijkingen en meer om hoe iets zich verhoudt binnen een groter geheel. Neem klimaatverandering: als we zeggen dat de zomers de afgelopen twintig jaar aanzienlijk droger zijn geworden, dan bekijken we dit vanuit een historisch perspectief. We vergelijken niet direct met een ander land of een specifieke zomer, maar met een trend over langere tijd.
Beide vormen van relativiteit bieden inzicht, afhankelijk van hoe we een kwestie benaderen. Stel dat je vannacht gaat slapen en morgenochtend wakker wordt in een wereld waarin alles, inclusief jijzelf, tien keer groter is geworden—zou je dat merken? Waarschijnlijk niet, want alle verhoudingen zijn hetzelfde gebleven. Maar als alleen jij gegroeid was en je met een hoofd van drie meter door de straat liep, dan zou het opvallen. Maat en tijd zijn betekenisloos zonder een referentiepunt om ze aan te relateren.
Dit verklaart ook waarom we ons niet blind moeten staren op de schijnbaar onvoorstelbare afstanden en tijdsverlopen in de kosmos. Tijd is subjectief: een kind ervaart een schooljaar als eindeloos, terwijl een oudere terugkijkt en zich afvraagt waar de jaren gebleven zijn. Een vriend van mij vertelde eens dat hij hoopte zich in de zomervakantie flink te vervelen, want dan zou de vakantie extra lang lijken te duren!
Drie referentiepunten van realiteit
Onze huidige wetenschappelijke inzichten laten ons zien dat we de referentiepunten van onze realiteit in drie gebieden kunnen verdelen:
-
Einsteins relativiteitsgebied – De wereld van het immense, waarin ruimte en tijd in elkaar verweven zijn en zwaartekracht zelfs licht kan buigen.
-
Macrokosmos of onze aardse realiteit – De werkelijkheid zoals wij die dagelijks ervaren, waarin klassieke natuurwetten gelden en onze zintuigen optimaal functioneren.
-
Microkosmos of het subatomaire niveau – De bizarre wereld van kwantummechanica, waarin deeltjes op mysterieuze wijze met elkaar verbonden kunnen zijn en zich op meerdere plaatsen tegelijk lijken te bevinden.
Onze aardse realiteit
Onze dagelijkse realiteit is de wereld zoals we die met onze zintuigen waarnemen. Deze zintuigen hebben zich in de loop van de evolutie aangepast aan onze overlevingsbehoeften. Zo is ons gezichtsvermogen afgestemd op de lichtfrequenties die relevant zijn voor onze omgeving en onze interacties met de wereld. Buiten dit zintuiglijke bereik bestaan echter realiteiten die we niet rechtstreeks kunnen ervaren—maar die desondanks even echt zijn als onze dagelijkse belevingswereld.
In de komende hoofdstukken zullen we deze drie niveaus verder verkennen en zien hoe relativiteit ons helpt om beter te begrijpen hoe onze werkelijkheid werkelijk in elkaar steekt.