Parmenides: De Filosoof die Verandering Ontkende

Parmenides van Elea (ca. 515 v.Chr. – ca. 450 v.Chr.) was een van de meest intrigerende natuurfilosofen uit de Griekse Oudheid. Over zijn leven is weinig bekend; we moeten het doen met fragmenten van zijn werk en verwijzingen door latere schrijvers. Hij leefde in de Griekse kolonie Elea (het huidige Velia, Zuid-Italië) en richtte zich niet zozeer op de oorsprong van de wereld, zoals veel van zijn voorgangers, maar op de aard van het bestaan zelf.

Parmenides kan met recht een rationalist worden genoemd. Hij probeerde via logica te bepalen wat is en wat niet is. Daarbij kwam hij tot een opmerkelijke conclusie: verandering bestaat niet. Alles wat lijkt te veranderen, is in feite een illusie.

De Stelling van Parmenides

Parmenides redeneerde als volgt:

  • Wat is, is.

  • Wat niet is, is niet.

  • Er is niets dat niet is.

  • Verandering veronderstelt een overgang van niets naar iets.

  • Dus… verandering kan niet bestaan.

Dat klinkt misschien abstract, maar volgens Parmenides is alles wat bestaat, eeuwig en onveranderlijk. Tijd en beweging zijn slechts schijn. Als we ons iets uit het verleden herinneren, dan moet dat nog steeds ‘zijn’ in onze geest. En als we ons de toekomst kunnen voorstellen, dan moet die toekomst op de een of andere manier al ‘zijn’. Vanuit zijn redenering kan er dus geen echte verandering plaatsvinden—alle verandering is slechts een illusie.

Van Parmenides naar Einstein

Deze gedachte lijkt misschien achterhaald, maar verrassend genoeg zijn er parallellen met moderne inzichten over tijd en ruimte. Einstein leerde ons dat ruimte en tijd onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Wanneer de ruimte verandert, heeft dat gevolgen voor de tijd, en omgekeerd.

Om dit inzichtelijk te maken, wordt vaak het beeld van een aquarium gebruikt. Stel je voor dat het universum een groot aquarium is, waarin vissen (wij) door water (ruimte en tijd) bewegen. De tijd is niet iets wat stroomt—hij is overal om ons heen, net als het water in het aquarium. Dit komt verrassend dicht in de buurt van wat Parmenides al stelde: tijd en verandering zijn slechts schijn, en alles wat ‘is’, bestaat in een vast systeem.

De Italiaanse natuurkundige Carlo Rovelli sluit hierop aan:

“Ons tijds- en ruimtegevoel is slechts een gevolg van onze beperkte blik op de wereld. Wat wij zien klopt wel, maar we interpreteren het verkeerd. We zien de zon om de aarde draaien, terwijl het omgekeerde het geval is. Zo is het ook met tijd. Onze beleving ervan is gekleurd door onze specifieke positie in de wereld.”

De Paradox van Zeno: Achilles en de Schildpad

Een van de meest bekende verdedigers van Parmenides’ ideeën was zijn leerling Zeno van Elea, beroemd om zijn paradoxen die de illusie van verandering moesten aantonen. De bekendste is die van Achilles en de Schildpad.

Stel dat de snelle Achilles een race aangaat met een schildpad en deze een kleine voorsprong geeft. Wanneer Achilles het punt A bereikt waar de schildpad net was, is de schildpad inmiddels bij punt B. Als Achilles dan punt B bereikt, is de schildpad al bij punt C, enzovoort. Zo lijkt het alsof Achilles de schildpad nooit zal inhalen, omdat hij telkens een oneindig aantal steeds kleinere afstanden moet overbruggen.

Natuurlijk haalt Achilles de schildpad wél in—wiskundig is dit eenvoudig te bewijzen. Maar Zeno’s paradox dwingt ons na te denken over oneindigheid en de deelbaarheid van ruimte en tijd. Dit sluit verrassend goed aan bij moderne natuurkunde: de kleinste meetbare eenheid in het universum is de Planck-lengte, zoals gedefinieerd door Max Planck. Op kwantumniveau bestaan er geen oneindig kleine stapjes meer—een idee dat we op een bepaalde manier al bij Parmenides en Zeno terugzien.

Parmenides en de Schepping

Tot slot biedt Parmenides’ gedachtegoed ook stof tot nadenken over de relatie tussen filosofie, wetenschap en religie. Als verandering niet bestaat, wat betekent dat dan voor het concept van schepping? Is de wereld ooit ontstaan, of is alles er altijd al geweest?

Dit raakt direct aan de eeuwenoude discussie tussen evolutionisten en religieuze denkers die een scheppende God veronderstellen. In dit hoofdstuk gaan we daar niet verder op in, maar we zullen dit thema later opnieuw tegenkomen.