Is wat wij zien niet wat er is?
De manier waarop wij onze werkelijkheid ervaren wordt bepaald door onze intuïtie en wordt beperkt door de limieten van onze zintuigen. Sommige mensen zeggen dat onze werkelijkheid een illusie is, of een simulatie die door een hogere macht wordt gecreëerd. Anderen zeggen dat onze werkelijkheid objectief bestaat, maar dat we die nooit volledig kunnen kennen door onze beperkte zintuigen. Ook heb ik wel eens ergens horen beweren dat onze werkelijkheid subjectief is, en dat iedereen zijn eigen versie van de waarheid vormt.
Standpunten die we hier (even) tegen het licht gaan houden.
Onze intuïtie speelt een cruciale rol in hoe we de wereld om ons heen waarnemen en ervaren. Het is dan ook begrijpelijk dat de vroege Homo sapiens ervan uitging dat ons bestaan zich afspeelde op een plat vlak, al dan niet begrensd en wellicht bestuurd door hogere machten. Dit laat zien hoe inzicht en beschikbare informatie bepalend zijn voor ons wereldbeeld.
Toen de Westerse wetenschap zich begon te ontwikkelen en Copernicus en Galilei bevestigden dat niet de zon om de aarde draait, maar juist andersom, werd ons wereldbeeld op zijn kop gezet. Gaandeweg verdwenen nog meer sluiers, en er ontstond een visie waarin materie, inclusief de bouwstenen van het leven en onszelf, werd gezien als onderdeel van een mechanisch systeem. Dit leidde tot een wereldbeeld waarin alles voortkomt uit fysische processen en natuurwetten, zonder ruimte voor geestelijke of metafysische verschijnselen. Uit deze manier van denken ontstond uiteindelijk, onder invloed van de leer van Newton, het klassiek deterministisch wereldbeeld van oorzaak en gevolg waarmee wij allemaal zijn opgegroeid. Het toneel van vaste, objectief meetbaar en voorspelbare voorwerpen die onder invloed van de natuurwetten worden voortgestuwd naar een uiteindelijk exact te berekenen resultaat. Onder wetenschappers in de natuurkunde heerste aan het eind van de negentiende eeuw de opvatting dat het fundament van de natuurkunde inmiddels wel was gelegd en dat alleen nog een paar onbeduidende vlekjes van de spiegel dienden te worden weggepoetst.
Toch liep het allemaal wat anders! Toen Einstein begin twintigste eeuw met een tussentijd van tien jaar ons zijn relativiteitsverhaal probeerde uit te leggen duurde het even tot het tot de wereld doordrong.
Want wat vertelde die rebelse Zwitser eigenlijk?
Eeuwenlang leek het materialisme een vanzelfsprekende waarheid. De wereld werd gezien als een gigantisch uurwerk, een mechanisch systeem van materie en energie, aangedreven door de onwrikbare wetten van de natuur. Zelfs het menselijk bewustzijn werd teruggebracht tot niets meer dan een product van fysische processen in ons brein.
Maar toen kwam Einstein. Met zijn relativiteitstheorie liet hij zien dat ruimte en tijd niet de absolute, onveranderlijke grootheden waren die we altijd voor vanzelfsprekend hadden gehouden. Ze waren dynamisch, rekbaar, en afhankelijk van de waarnemer. Ook materie bleek geen vaste en onwrikbare substantie te zijn, maar uitwisselbaar met energie. Het universum was geen star mechanisch decor, maar een flexibele, levende structuur.
Zelfs de tijd, die we altijd als een constante en onverbiddelijke stroom richting de toekomst zagen, bleek geen vaststaand gegeven meer te zijn. De oude zekerheden begonnen te wankelen—en daarmee ook het klassieke wereldbeeld dat de mens zo lang had omarmd.
Maar het werd nog gekker.
Met de komst van de kwantummechanica werd nog veel meer op zijn kop gezet. In de zoektocht naar het héél kleine bleek dat op atomair niveau de wereld nog veel raadselachtiger is dan ooit had kunnen worden verondersteld. De allerkleinste deeltjes die we konden opsporen bleken te bestaan in meerdere vormen en lieten zich pas zien wanneer ze werden gemeten of waargenomen. Je kon je dus met rede afvragen of de wereld om ons heen wel echt bestaat, of pas op het moment dat ze wordt waargenomen. Laat dit even goed tot je doordringen. Blaas even uit. Het is geen sciencefiction verhaal. Het is de wereld waarin wij leven!
Zo zijn we beland in een wereld waarin de oude zekerheden van het materialisme steeds meer vervagen. Wat ooit als vast en objectief werd beschouwd, blijkt vloeibaar en afhankelijk van de waarnemer. Misschien is het universum uiteindelijk geen machine, maar een interactief netwerk van informatie—en wij zijn er onlosmakelijk mee verbonden.